Aanvankelijk beperkte het fenomeen van de vanafprijzen zich tot de steden, maar sinds de start van de vastgoedrush na de eerste lockdown is het een beproefd recept geworden. Het wordt toegepast bij huizen waarvan men zeker weet dat ze goed in de markt zullen liggen door de ligging, het specifieke karakter of de staat waarin ze zich bevinden. Omdat ze zo gegeerd zijn, is het voor makelaars minder evident om een precieze marktprijs te bepalen en met dit systeem laten ze de markt zelf – lees: de kopers – bepalen hoeveel een huis waard is.
Minder bezoekmomenten
In steden spelen vooral de locatie en het beperkte aanbod een rol. Erbuiten is het instapklare karakter vaak de reden waarom meerdere mensen bereid zijn om een bod uit te brengen. Door met een vanafprijs te werken, rekent de eigenaar erop dat de verkoopprijs een stuk(je) hoger ligt dan normaal. Hij tracht dat ook in de hand te werken door de verkoopperiode en het aantal bezoekmomenten te beperken. Kandidaten die ondervinden dat ze snel moeten handelen en tijdens een bezichtiging zien dat er heel wat andere geïnteresseerden zijn, gaan onder die druk al gauw een stapje verder om hun droomwoning te kunnen kopen.
Omdat elk bod bindend is, is het belangrijk om op voorhand te weten tot hoe ver je precies kunt gaan. Informeer daarom op voorhand al bij de bank naar het maximumbedrag dat je mag lenen. Als je een bod kunt uitbrengen zonder de opschortende voorwaarde voor het verkrijgen van een krediet, heb je ongetwijfeld een streepje voor bij de verkoper, die vrij is om te kiezen welk bod hij aanvaardt.
Bron: HLN.be